Gemiddeld onthouden mensen informatie maximaal drie maanden. T.T.C. adviseert daarom om minimaal één keer per jaar een herhalingscursus BHV te volgen. Dit is ook een vuistregel van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Een NIBHV-certificaat is standaard één jaar geldig en kan worden verlengd door een herhalingscursus BHV te volgen.

 

Wat moet een BHV’er kunnen?

Elke werkgever in Nederland is verplicht om de bedrijfshulpverlening (BHV) op orde te hebben, zodat de gevolgen van brand en ongevallen beperkt blijven. De wetgeving over  BHV en de verplichting van BHV is vastgelegd in de Arbowet.
Maar wat moet een BHV’er kunnen en welke eisen worden er gesteld aan een BHV-cursus?
De wet stelt geen eisen aan de kwaliteit van BHV-cursussen, maar zegt alleen dat BHV’ers adequaat moeten zijn opgeleid en geoefend.

 

BHV doet ertoe

Als BHV’er kan je zorgen dat de gevolgen van incidenten zoveel mogelijk worden beperkt. Je bent sneller aanwezig bij een incident dan de brandweer, ambulance of politie. Je kan juist in deze beginfase het verschil maken.

Een goed opgeleide en geoefende BHV kan bijvoorbeeld een beginnende brand vroeg ontdekken en blussen. Hierdoor worden gevolgen als een grote brand, slachtoffers, ziekteverzuim, productieverlies of zelfs faillissement voorkomen en/of beperkt. Daarnaast kan je door het geven van eerste hulp de gevolgen van letsel beperken. Bij een circulatiestilstand kan je in de eerste 6 minuten het verschil maken en de kansen op overleven vergroten!

 

Basiskennis met een BHV-cursus

In de basiscursus BHVv leer je hoe je een brand moet bestrijden, een ontruiming moet begeleiden en eerste hulp moet verlenen. De basiscursus gaat in op de BHV-taken bij incidenten en ongevallen die in de meeste bedrijven kunnen voorkomen. In sommige situaties zal maatwerk nodig zijn, omdat jouw bedrijf met bijzondere risico’s te maken heeft.

In onze basiscursus BHV komen de volgende onderdelen aan bod:

  1. Brandbestrijding
  2. Ontruiming
  3. Eerste hulp, onderverdeeld in:
    • Niet-spoedeisende eerste hulp
    • Spoedeisende eerste hulp (bij ongelukken)

 

BHV-competenties

Als je bij T.T.C. een cursus volgt, leer je de competenties beheersen die je nodig hebt om je BHV-taken uit te kunnen voeren. Deze competenties zijn gekoppeld aan de onderdelen van een BHV-cursus.

 

Brandbestrijding

In het onderdeel brandbestrijding leer je wat je de BHV-taken zijn en hoe een BHV-inzet verloopt. Je krijgt antwoord op onder andere vragen als: Wat zijn jouw inzetmogelijkheden bij brand en rook? Hoe let je op je eigen veiligheid? In welke situaties moet je al meteen ontruimen? Je leert dus wat brand is en hoe een brand verloopt. In het praktijkdeel komt aan bod hoe je op een veilige manier een brandje kan blussen met de juiste blusmiddelen. Zo zorg je als BHV’er voor brandveiligheid op de werkvloer.

De competenties die gesteld worden bij brandbestrijding zijn:

  • De taken van een BHV’er bij brand en rook
  • Brandgedrag en rookontwikkeling
  • Gevaren bij brand
  • Stadia tijdens de ontwikkeling van een brand
  • Melden van een brand en gebruik van communicatiemiddelen
  • Aard van de brandbare stof en keuze voor juiste blusmiddel
  • Blusstoffen en kleine blusmiddelen
  • Bestrijden van een beginnende brand en voorkomen van uitbreiding
  • Procedure voor het controleren, openen en sluiten van deuren
  • Herkennen en melden van gevaarlijke stoffen

 

Ontruimen

In het onderdeel ontruimen leer je wat je de BHV-taken zijn en hoe een BHV-inzet verloopt. Je krijgt zicht op de inzetmogelijkheden van de BHV bij brand en rook. Daarbij staat jouw eigen veiligheid altijd voorop. Daarnaast leer je welke voorzieningen er in een gebouw zijn om een vlotte ontruiming mogelijk te maken. Je krijgt tips om een ontruiming soepel te laten verlopen. Je leert hoe je een ontruiming kan begeleiden en de brandweer en politie kan informeren over de situatie.

De competenties van een BHV’er bij ontruimen zijn:

  • Een ontruimingsplan opstellen en begrijpen
  • Een ontruiming organiseren en uitvoeren
  • Op de hoogte zijn van de aanwezige ontruimingsvoorzieningen (nooduitgangen, noodverlichting, brandweerliften, vluchttrappen, etc.).
  • Kennis hebben van ontruimings- en alarmeringsprocedures.

 

Eerste hulp

Het derde onderdeel is het geven van eerste hulp. In dit onderdeel leer je hoe je een slachtoffer op een veilige wijze kan helpen. En wat je moet doen als de situatie niet veilig genoeg is en je het slachtoffer moet verplaatsen. Eerste hulp is onderverdeeld in niet-spoedeisende eerste hulp en spoedeisende eerste hulp.

 

Niet-spoedeisende eerste hulp

In dit onderdeel wordt ingegaan op het toepassen van niet-spoedeisende eerste hulp, o.a. op de werkvloer en bij bedrijfsactiviteiten. Je leert hier competenties opdoen die zorgen dat je:

  • Een gevaarlijke situatie als zodanig kan herkennen
  • Het slachtoffer geruststellen
  • Het slachtoffer ter plaatse helpen of het alarmeren voor deskundige hulp
  • Kennis van vitale functies (bewustzijn, ademhaling, bloedsomloop)
  • Hulp verlenen bij ongevallen
    • uitwendige wonden
    • brandwonden
    • botbreuken, ontwrichting en wervelletsel
    • kneuzingen en verstuikingen
    • oogletsels

 

 Spoedeisende eerste hulp

Bij spoedeisende eerste hulp gaat het om letsels of aandoeningen die levensbedreigend kunnen zijn. Je leert reanimeren met een AED. Maar ook hoe je iemand met verslikking kan helpen en wat je moet doen bij ernstige bloedingen. Verder leer je competenties en komt aan bod wat je als BHV’er kan doen bij:

  • Een gevaarlijke situatie als zodanig herkennen
  • Het slachtoffer geruststellen
  • De juiste maatregelen nemen voor de eigen veiligheid en die van het slachtoffer
  • Kennis van vitale functies en een diagnose stellen (bewustzijn, ademhaling, anafylactische shock, bloedcirculatie)
  • Het slachtoffer verplaatsen met de Rautekgreep
  • Eerste hulp verlenen:
  • Bij verslikking of verstikking
  • Bij vergiftiging
  • Bij elektrocutie
  • Bij ernstige bloedingen
  • De volgende eerste hulp handelingen verrichten:
  • Borstcompressie en beademing geven
  • Een reanimatie voorbereiden en uitvoeren
  • Luchtwegafsluiting opheffen
  • Bedienen en gebruiken van een AED
  • Slachtoffer omdraaien of in stabiele zijligging leggen
  • Bloedingen stelpen of stoppen

 

Veilig werken als BHV’er: eigen veiligheid eerst!

De eigen veiligheid van een BHV’er staat altijd voorop. De werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving. Je moet er als BHV’er vanuit kunnen gaan dat je bij een incident kan vertrouwen op de BHV-middelen en de voorzieningen voor brandveiligheid en ontruiming.

 

Snelheid van reageren op een calamiteit

Na de melding van een brand of ongeval moeten de BHV’ers snel kunnen optreden. De BHV-inzet duurt totdat de professionele hulpverleners er zijn en de hulpverlening overnemen. Een BHV’er moet binnen 2 tot 3 minuten nadat hij is gealarmeerd bij het incident zijn. De responstijd is wel afhankelijk van het type organisatie en de factoren die meespelen.