De Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) publiceerde kortgeleden een rapport waaruit blijkt dat er in Nederland jaarlijks 50 tot 70 mensen omkomen door een arbeidsongeval.

 

Investeren

De aanbeveling is om te investeren in een bedrijfscultuur waarin gezond en veilig werken normaal is. Een specifieke groep die veel risico loopt, zijn uitzendkrachten; eind 2017 was één op de vijf geregistreerde slachtoffers van arbeidsongevallen uitzendkracht.
Werkgevers hebben in Nederland een zorgplicht richting hun werknemers. Artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat werkgevers de verplichting hebben om ervoor te zorgen dat werknemers hun werkzaamheden onder veilige omstandigheden kunnen uitvoeren en dat ze tijdens het werk geen schade oplopen. Concreet betekent dit, dat de werkgever moet zorgen voor veilige en goed onderhouden werkruimtes en arbeidsmiddelen. Ook is een werkgever verplicht om te zorgen voor goede, heldere instructies, bijvoorbeeld voor het gebruik van een machine.
Gebeurt er toch iets? En loopt de werknemer tijdens de werkzaamheden schade op? Dan is de werkgever in principe aansprakelijk, ténzij hij kan aantonen dat hij zijn verplichtingen is nagekomen óf dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Werknemers zijn in wettelijke zin dus goed beschermd.
Daarbij moet overigens wel worden aangetekend dat in de praktijk maar 27 procent van de bedrijven de belangrijkste risico’s in kaart heeft gebracht. Vooral kleinere bedrijven hebben vaak geen of een onvolledige risico­inventarisatie en ­evaluatie (RI&E).

Een werkgever die werkt met uitzendkrachten, heeft dezelfde zorgplicht ten aanzien van deze groep medewerkers als ten aanzien van ‘gewone’ werknemers. Ook in dit geval zal de werkgever er dus voor moeten zorgen dat hij voldoet aan de vereisten voor goed werkgeverschap (zoals geformuleerd in de Arbowet): een adequaat arbobeleid, inzicht in de bedrijfsrisico’s (vervat in de RI&E) en een bijbehorend plan van aanpak, goede voorlichting en instructies, en toezicht op de naleving van die instructies.

 

Waar moet je aan denken als je niet-werknemers inzet?

– Breng de niet-­werknemers binnen je organisatie in kaart
– Realiseer je dat je ook voor deze medewerkers doorgaans een zorgplicht hebt
– Investeer in een veilige werkomgeving
– Vooral uitzendkrachten zijn kwetsbaar. Zorg voor goede werkinstructies en adequaat toezicht
– Maak werk van goed werkgeverschap, óók voor niet­-werknemers

 

Bedrijfshulpverlening: hoe zit het daarmee?

Op grond van de Arbowet is elke werkgever in Nederland met één of meer werknemers verplicht om te zorgen voor een goede bedrijfshulpverlening (BHV). BHV’ers zijn in staat om eerste hulp te verlenen, om een beginnende brand te blussen, en om alle aanwezigen in een gebouw veilig te evacueren bij calamiteiten. Onder die aanwezigen vallen niet alleen bezoekers en klanten, maar ook in het pand aanwezige ‘niet-werknemers’ als uitzendkrachten, stagiair(e)s, vakantiemedewerkers en vrijwilligers. Ook ingehuurde zzp’ers die in het pand aan het werk zijn, vallen bij calamiteiten dus onder de verantwoordelijkheid van de BHV – ongeacht of ze nou wel of geen werkzaamheden verrichten die binnen de reguliere bedrijfsvoering vallen. Bij een accountantskantoor valt dus zowel de ingehuurde zzp-accountant als de ingehuurde zzp-installateur die de cv-ketel komt onderhouden, onder de verantwoordelijkheid van de BHV.